Jan Abildgaard Pedersen is de chief technology officer van Dynaudio. Hij weet alles van digitale signaalverwerking (digital signal processing, DSP). Hij steekt al zijn kennis in de actieve luidsprekers van het bedrijf – Focus XD en Xeo.
“Traditionele” hi-fi-liefhebbers beschouwen Jan misschien als de belichaming van het kwaad (dat is hij heus niet; hij is heel aardig), maar dat komt waarschijnlijk door een verkeerde opvatting van wat DSP is. Of beter gezegd, een onprettige herinnering aan wat het was: een nogal dubieuze methode voor het verbeteren van een onvolmaakte situatie. Op een slechte manier.
De theorieën achter DSP zijn tientallen jaren oud – meer dan een halve eeuw zelfs – en ze zijn pas in praktijk gebracht na de ontwikkeling van de cd (toen ze al redelijk bejaard waren).
De resultaten van de technologie zijn afhankelijk van superkrachtige gegevensomzetting. Hoe meer hoe beter. En omdat de processoren van die tijd gewoon niet krachtig genoeg waren, waren de resultaten ook niet om over naar huis te schrijven.
Wat is DSP niet?
De meeste mensen denken bij DSP aan algoritmes die van je huiskamer een concertzaal proberen te maken, of die het geluid overdreven, onnatuurlijke nagalmeffecten geven. Daar hebben we het nu niet over en ook niet over het omzetten van stereo (of mono) geluid naar meerkanaals audio. Het gaat hier over meer fundamentele zaken als fase, detail, dynamiek en timing.
DSP compenseert in feite de natuurwetten die akoestische designers liever uit de weg hebben. De beperkingen die de vorm van je kamer of het fysieke ontwerp van de luidspreker opleveren, worden op deze manier weggenomen. Het idee is dat DSP de luidsprekers laat klinken zoals ze bedoeld zijn.
Bepaalde frequenties worden gladgestreken en informatieverlies in het signaalpad wordt voorkomen. DSP kan het signaal manipuleren ter compensatie van onregelmatigheden in de ruimte zelf. Voor Dynaudio gaat het erom zo dicht mogelijk bij de originele opname te komen, ongeacht de situatie waarin de luidspreker zich bevindt.
En dat gaat een stuk makkelijk in het digitale domein dan met een analoog signaal.
Een digitaal signaal is een verzameling enen en nullen; voltage of geen voltage. Als het voltage zich boven een bepaalde drempelwaarde bevindt, is het een één; daaronder is het een nul. Dat geeft speelruimte: als de drempelwaarde 2,5 V is, dan is alles daaronder een nul. Dat wil zeggen dat de inkomende informatie wel onregelmatigheden kan bevatten, maar de uitgaande informatie niet. Die is altijd hetzelfde.
De digitale werkwijze en de correctie van deze onregelmatigheden brengen allerlei nieuwe mogelijkheden op het gebied van geluidsweergave met zich mee.
In het geval van Focus XD en Xeo is een van de eenvoudigste toepassingen de knop aan de achterzijde waarmee je de luidspreker kunt laten weten waar hij zich bevindt in de kamer: in een hoek, tegen de muur of vrijstaand. De DSP houdt hier rekening mee en zorgt ervoor dat de luidsprekers altijd hetzelfde klinken, in welke positie ze ook staan.
Dat is tenslotte de reden waarom je de luidsprekers hebt gekocht – voor hun geluid. Waarom zou je accepteren dat het geluid verschilt met de plaats waar je de luidsprekers neerzet?
Dit werkt ook bij het scheidingsfilter. Omdat actieve luidsprekers een aparte versterker hebben voor elke driver, geeft DSP de technici aanzienlijk meer controle over de individuele frequenties - en daardoor over de algemene prestatie van de luidspreker. Dit betekent dat ze geavanceerdere high order circuits met een lagere vervorming kunnen gebruiken, om zodoende nog beter de natuurlijke vervorming, die elke fysieke luidspreker onvermijdelijk heeft, te kunnen verminderen.
En omdat de geavanceerde DSP-systemen die Dynaudio gebruikt zo krachtig zijn, kunnen ze dit allemaal net zo gemakkelijk doen met die overvloed aan gegevens waarmee Hi-Res Audio ze overspoelt als met het relatief rustige tempo waarmee de enen en nullen van cd’s worden verzonden.
Wat kan DSP nog meer?
Er is nog meer nieuws aan de horizon. In het gloednieuwe R&D-centrum in het hoofdkantoor van Dynaudio in Denemarken werken Jan en zijn team aan sensationele nieuwe technieken, die de manier waarop we naar muziek luisteren kunnen revolutioneren. Allemaal dankzij DSP.
“We zijn ook aan het bekijken hoe DSP de luisterervaring opnieuw kan definiëren - zonder in te boeten aan geluidskwaliteit.” Aanpassing aan de kamer is een van deze mogelijkheden, volgens Jan – en dit gaat veel verder dan het knopje aan de achterzijde van de huidige actieve luidsprekers. “We willen een luidspreker die in onze luisterruimte ontworpen en gestemd is om precies hetzelfde te klinken als in elke andere ruimte,” zegt hij.
Het doel is dat de luisteraar thuis precies hetzelfde hoort als de technici hoorden - en dat vereist een enorme hoeveelheid metingen, algoritmes, gegevens... en geduld.
Het team onderzoekt ook de mogelijkheid van ‘geluidszones’. “In dezelfde kamer wordt bij de bank klassieke muziek gespeeld en bij de leunstoel rockmuziek, zonder dat ze elkaar beïnvloeden,” zegt Jan. Ja, geluidszones zijn een theoretische mogelijkheid met de technologieën die hij en zijn technici ontwikkelen.
Maar er is één ding dat DSP niet kan - en dat is een slechte luidspreker goed laten klinken. Jan zegt dat ze als basis altijd beginnen met een goede luidspreker. De extra rekenkracht zorgt voor de kers op de taart.
Dus nee – DSP is geen duistere praktijk. Het zou zelfs zo maar eens kunnen dat DSP de redding van traditionele hi-fi blijkt te zijn.
Klik hier voor meer informatie over de actieve luidsprekers van Dynaudio >>